# Week 4
# Wet van Ohm
# Oefening 1
Zes 22 Ω weerstanden, vier 100 Ω weerstanden en twee 12 kΩ weerstanden staan in serie. Wat is de totale weerstand?
# Oefening 2
Hoeveel bedraagt de stroom door ieder van de vier weerstanden in een serieschakeling als de totale spanning over de schakeling gelijk is aan 12 V ? De totale weerstand van de schakeling bedraagt 240 Ω .
# Oefening 3
Bereken de stroom door de schakelingen van onderstaande figuur
# Oefening 4
Waar of niet waar?
- In een serieschakeling is er meer dan één stroompad aanwezig.
- De totale weerstand van een serieschakeling kan kleiner zijn dan de kleinste weerstand in de beschouwde serieschakeling.
- Als twee weerstanden in serie een verschillende weerstandswaarde hebben, gaat door de grootste weerstand de grootste stroom.
- Als twee weerstanden in serie een verschillende weerstandswaarde hebben, staat over de grootste weerstand de grootste stroom.
# Oefening 5
Bepaal de totale stroom in deze schakeling.
# Oefening 6
- Bepaal de totale weerstand van een parallelschakeling die bestaat uit elf weerstanden van 33kΩ.
- De weerstanden 150Ω, 820Ω, 470Ω en 330Ω staan parallel. Wat is hun vervangingsweerstand?
# Oefening 7
Waar of niet waar?
- Om de totale geleiding van weerstanden in parallel te vinden kan je de geleiding van elk van de weerstanden optellen.
- De totale weerstand van een parallelschakeling is steeds kleiner dan de kleinste weerstand in de parallelschakeling.
- De product over som formule kan je voor éénder welke parallelschakeling toepassen.
- In een parallelschakeling is de spanning het grootst over de grootste weerstand en het kleinst over de kleinste weerstand.
- Als een nieuwe tak (stroompad) wordt toegevoegd aan de parallelschakeling gaat de totale weerstand in de parallelschakeling stijgen.
- Als een nieuwe tak (stroompad) is toegevoegd aan een parallelschakeling stijgt de totale stroom door deze parallelschakeling.